Het afgelopen studiejaar heb ik in het kader van de Arabische lente onderzoek gedaan naar de Marokkaanse 20 februari beweging in Rabat. Ik startte mijn reis met een degelijk onderzoeksplan over hoe activisten van deze sociale beweging (on)veiligheid en mondiale invloeden ervaren. Bij het bestuderen van alle artikelen, boeken en YouTube filmpjes dacht ik al snel in politieke termen en beeldde ik me jongeren in die op deze wijze actief bijdroegen aan verandering. Het tegendeel bleek waar te zijn. Tijdens het eerste gesprek met mijn sleutelinformant Youness, worden mijn politieke statements al snel van tafel geveegd; ‘wij hebben geen vertrouwen in het systeem en niet alles wat wij doen is politiek gerelateerd, verandering moet van onderop komen en dat kan ook via kunst.’ Hij legt uit dat artistieke initiatieven mensen in hun eigen omgeving op ludieke wijze aan het denken kunnen zetten. Ik was erg verrast door zijn antwoord: hoezo artistiek?
Op 20 februari 2011 stromen – in reactie op de opstanden in Tunesië en Egypte – de Marokkaanse straten vol met duizenden mensen die in koor een strijd voor ‘vrijheid, waardigheid en sociale gerechtigheid’ uitroepen. Op 1 juli 2011 reageert de Marokkaanse koning met een topdown hervorming van de constitutie die gepaard gaat met Koninklijke liefde, fysiek geweld en mentale onderdrukking . In vergelijking met de revolutionaire opstanden in Tunesië en Egypte zorgen Marokko’s cosmetische hervormingen voor minder internationale media aandacht. De strijd waar duizenden mensen openlijk hun politieke ontevredenheid tonen, lijkt gestreden. Wanneer ik de jaarlijkse demonstratie op 20 februari 2013 bijwoon, lijkt het geschatte deelnemersaantal van 300 participanten een schim van de 200.000 mensen die dezelfde straten twee jaar eerder overheersten. De (inter)nationale nieuwsoverzichten na 20 februari 2013 tonen beelden van het kleine protest dat na de hervormingen vreedzaam door de Marokkaanse staat getolereerd wordt. Voor het publieke oog lijkt het alsof de constitutionele hervormingen een vreedzaam antwoord zijn op de eisen van de beweging, maar is dat wel zo?
Halverwege mijn onderzoeksperiode laten informanten weten voor de tweede keer een Festival of Resistance and Alternatives te willen organiseren. Een festival dat op alternatieve wijze in dialoog gaat met de Marokkaanse staat door de heersende ontevredenheid van de bevolking via artistieke initiatieven te uiten. Een week lang organiseren activisten debatten, filmvoorstellingen, theaterstukken, groepsschilderingen, muziek en een zogeheten flashmob. Op een zonnige namiddag op 15 februari gaat een groep van ongeveer vijftig jonge activisten stipt om 16.00 uur op een groot plein nabij het nationale parlement zwijgzaam in een cirkel zitten. Wanneer enkele agenten (in burger) de jongeren op hun vreemde gedrag aanspreken, schermen zij hun gezicht af met een wit vel papier. Vervolgens gebaren zij de agenten – met een vinger op de mond – stil te zijn, waarna die laaiend weglopen om versterking te halen.

Op 24 februari wordt het festival beëindigd met een grootse demonstratie vlakbij het parlement. Dezelfde agenten in burger die de flashmob negen dagen eerder nauwkeurig in de gaten hielden, jagen op die dag bekende activisten na door ze provocerend te fotograferen en te filmen. Tijdens het festival ervaar ik, naast deze drukkende omstandigheden, ook hoeveel kracht zij uit activiteiten als muziek, cinema en straatkunst putten. Ik leer vooral inzien dat het streven naar ontwikkeling en veiligheid een groot uithoudingsvermogen, een hechte samenwerking en veel creativiteit vergt. Terwijl de (inter)nationale media voornamelijk over vreedzame protesten in Marokko spreken, is het dagelijks overlevingsvermogen van activisten een kunst op zich. En mijn onderzoek? Wanneer ik bij terugkomst omschrijf hoe creatief hedendaagse Marokkaanse activisten zijn en hoe zij op alternatieve wijze in dialoog gaan met de autoritaire staat reageren velen met onbegrip. ‘Marokko en artistiek activisme? Heeft Marokko dan opstanden gekend tijdens de Arabische lente?’
<Deze blog is eerder op www.standplaatswereld.nl geplaatst>
Najat El Hani voltooide afgelopen studiejaar haar master Social and Cultural Anthropology, de titel van haar thesis luidt: ‘Activists do not fall from the Sky’. The globalization of on- and offline activism and human security within Rabat’s 20 February movement, Morocco.
No comments:
Post a Comment